Maattabel en normering



Methode 1:

Om de maat van de handschoen te bepalen dient de omvang van de hand ter hoogte van de vingerknokkels te worden gemeten, zonder de duim.
In onderstaande tabel kan de maat van de handschoen worden afgelezen.
Omtrek: gemeten rond de basis van de vier vingers (zonder de duim), net onder de eerste gewrichten.



Tabel handschoenen maten heren
Internationaal
XS
S
 
M
 
L
 
XL
XXL

Maat
6
7
7,5
8
8,5
9
9,5
10
11

omvang in cm
16,5
19
20,5
22
23
24
26
27
29


Tabel handschoenen maten dames *
Internationaal
XS
 
S
 
M
 
L
 
XL

Maat
4,5
5
5,5
6
6,5
7
7,5
8
8,5
9
omvang in cm
15,5
16
16,5
17
18
19
20,5
22
23
24
* Indien damesmodellen separaat worden aangeboden, gelden deze maten. In andere gevallen geldt de herenmaat.



Methode 2 (minder precies / indicatief):



EN 420
Algemene eisen handbescherming 
 
EN 388 
Mechanische risico’s 
A. Schuurweerstand (0-4)
B. Snijweerstand (0-5)
C. Scheurweerstand (0-4)
D. Perforatieweerstand (0-4) 
EN 60903 
Bescherming tegen elektriciteit 
Volumeweerstand, risico van elektrostatische ontladingen 
EN 374 
Bescherming tegen chemicaliën 
Doorbraaktijden (1-6) 
EN 374 
Bescherming tegen micro-organismen 
Penetratieweerstand (1-3) 
EN 407 
Bescherming tegen thermische gevaren (hitte/vuur) 
A. Ontvlambaarheid (1-4)
B. Contacthitte (1-4)
C. Geleidingshitte (1-3)
D. Stralingshitte (1-4)
E. Kleine spatten gesmolten metaal (1-4)
F. Grote spatten gesmolten metaal (1-4) 
EN 511 
Bescherming tegen koude 
A. Weerstand tegen geleidingskoude
B. Weerstand tegen contactkoude
C. Doordringbaarheid van water 
EN 10819 
Schokabsorberende handschoenen 
 
EN 12477 
Handbescherming voor lasdoeleinden
 




Hand- en armbescherming - Wetgeving en normen


Elke handschoen die getest is moet gecertificeerd zijn volgens de PBM-Richtlijn 89/686/EEG. Handschoenen kunnen aan diverse van de hieronder vermelde normen voldoen.  De regelgeving van de handschoenen begint met de Europese Norm EN 420, waarin de
algemene eisen en beproevingsmethoden staan beschreven.

EN 420 - Algemene vereisten voor handschoenen

Deze norm omvat de algemene vereisten voor handschoenen waaraan deze moeten voldoen. De norm geeft de basis vereisten voor een handschoen aan, zoals
markering, maatvoering, samenstelling, ergonomie en gebruikersinformatie.

Volgens de PBM-Richtlijn 89/686/EEG worden PBM’s, waaronder dus ook handschoenen, opgedeeld in drie categorieën volgens de risico’s waartegen ze moeten beschermen.

Categorie 1:
Handschoenen van eenvoudig ontwerp - uitsluitend voor minimale risico’s
Handschoenen die vallen onder categorie 1 bieden slechts bescherming tegen minimale risico’s. De gebruiker moet zelf eenvoudig kunnen vaststellen welke graad van bescherming de handschoen biedt.

Categorie 2:
Handschoenen van intermediair ontwerp - voor middelzware risico’s
Handschoenen die vallen onder categorie 2 zijn ontworpen om bescherming te bieden tegen middelzware risico’s, bijv. handschoenen voor algemene werkzaamheden met een goede perforatie-, snij of schuurweerstand. Deze handschoenen moeten door een erkende keuringsorganisatie getest en gecertificeerd worden.

Categorie 3:
Handschoenen van complex ontwerp - voor onomkeerbare of dodelijke risico’s
Handschoenen die vallen onder categorie 3 zijn ontworpen om bescherming te bieden tegen de zwaarste risico’s, zoals bijvoorbeeld werken met chemicaliën, hitte of elektriciteit. Deze handschoenen moeten ook door een erkende keuringsorganisatie getest en gecertificeerd worden. De fabrikant of importeur in Europa dient dit type handschoenen aan een EG-typeonderzoek te onderwerpen en tevens de kwaliteit van het eindproduct zeker te stellen. De organisatie die deze controle uitvoert, wordt geïdentificeerd met een nummer dat naast de CE-Markering vermeld moet worden.

EN 388 - Bescherming tegen mechanische risico's

Deze norm is van toepassing op alle types van handschoenen die bescherming bieden tegen mechanische gevaren als gevolg van schuren, snijden, scheuren en perforeren.
De bescherming tegen mechanische gevaren wordt aangeduid door een pictogram gevolgd door vier cijfers (prestatieniveaus) waarbij elk cijfer overeenstemt met de testresultaten voor een specifiek risico.

Het pictogram ‘mechanische risico’s’ gaat dus samen met een code van 4 cijfers:

a. Schuurweerstand: gebaseerd op het aantal cycli dat nodig is om door het handschoenstaal te schuren.
b. Snijweerstand: gebaseerd op het aantal cycli dat nodig is om bij een constante snelheid door het handschoenstaal te snijden.
c. Scheurweerstand: gebaseerd op de kracht die nodig is om het handschoenstaal te scheuren.
d. Perforatieweerstand: gebaseerd op de kracht die nodig is om het handschoenstaal met een punt van standaardafmetingen te doorboren.

In al die gevallen stemt (0) overeen met het laagste prestatieniveau, bijvoorbeeld:
Die prestatieniveaus moeten duidelijk vermeld staan bij het pictogram.


EN 374 - Bescherming tegen chemicaliën en micro-organismen

Deze norm specificeert het vermogen van de handschoenen om de gebruiker tegen chemicaliën en/of micro-organismen te beschermen.
Elke geteste chemische stof waarmee een test uitgevoerd is, wordt geclassificeerd op basis van de doorbraaktijd, prestatieniveaus van 0 tot 6. (Permeatie)
Een handschoen mag niet lekken wanneer ze aan een lucht- en waterlektest onderworpen wordt. De handschoen wordt getest en geïnspecteerd volgens het Aanvaardbaar Kwaliteitsniveau. (Penetratie)

Micro-organisme
Bepaling van bestendigheid tegen micro-organismen. Een handschoen is bestand tegen micro-organismen wanneer deze minstens voldoet aan niveau 2 van de penetratietest (AQL niveau 2).

Laag chemisch bestendig
Het pictogram ‘laag chemisch bestendig’ of ‘waterdicht’  wordt gebruikt voor handschoenen die geen doorbraaktijd van minstens dertig minuten halen bij minstens drie chemicaliën uit de gedefinieerde lijst, maar die voldoen aan de penetratietest.

Richtlijn Ansell: Zoeken op chemische weerstand: LINK


EN 407 - Bescherming tegen thermische risico’s

Deze norm definieert de thermische eigenschappen van handschoenen voor bescherming tegen hitte en/of vuur. Tegelijk is voor beschermende handschoenen tegen thermische gevaren minstens niveau 1 van schuur- en scheurweerstand volgens EN 388 voorgeschreven.

De aard en mate van bescherming worden aangegeven door een pictogram, gevolgd door
een reeks prestatieniveaus die naar specifieke beschermende eigenschappen verwijzen.

Wanneer er een ‘X’ staat als uitslag dan betekent dat het niet getest is en wanneer er een
‘0’ staat als uitslag dan betekent dat het onder het minimale prestatieniveau is.

EN 12477 - Bescherming tegen het manueel lassen van metalen

Deze norm is van toepassing op beschermende handschoenen voor het manueel lassen en snijden van metalen en voor aanverwante processen.
Handschoenen van type B worden aanbevolen als een grote beweeglijkheid vereist is, bijvoorbeeld TIG-lassen, terwijl handschoenen van Type A aanbevolen worden voor andere lasprocessen, waarbij meer hitte vrijkomt.

EN 511 - Bescherming tegen koude

Deze norm geldt voor handschoenen die handen tegen geleidings- en contactkoude beschermen.
De bescherming tegen koude wordt aangeduid door een pictogram gevolgd door een reeks van drie prestatieniveaus die naar specifieke  beschermende eigenschappen verwijzen.
Al deze handschoenen moeten minstens prestatieniveau 1 halen voor de schuur- en scheurweerstand.
‘0’  betekent dat tijdens de test niveau 1 niet is bereikt. ‘X’  betekent dat de test niet is uitgevoerd of niet mogelijk is.

EN 421 - Bescherming tegen ioniserende straling en radioactieve besmetting

De norm is van toepassing op handschoenen die bescherming bieden tegen ioniserende straling en radioactieve besmetting. De aard van de bescherming wordt duidelijk gemaakt door een pictogram dat naar de specifiek beschermende eigenschappen verwijst. Om tegen radioactieve besmetting te beschermen, moet de handschoen vloeistofdicht zijn en moet ze de penetratietest gedefinieerd in EN 374 doorstaan.
Om tegen ioniserende straling te beschermen, moet de handschoen een zekere hoeveelheid lood bevatten, aangeduid als loodequivalentie. Die loodequivalentie moet op elke handschoen gemarkeerd zijn.
Materialen die aan ioniserende straling blootgesteld worden, kunnen vervormd worden door hun reactie op ozonbarstjes. Die test is optioneel en kan gebruikt worden als hulpmiddel om handschoenen te selecteren die tegen ioniserende straling bestand moeten zijn.

EN 659 - Beschermende handschoenen voor brandweerlieden

Deze Europese norm bepaalt de minimum prestatie-eisen en beproevingsmethoden voor beschermende brandweerhandschoenen. Deze Europese norm geldt alleen voor beschermende brandweerhandschoenen die de handen beschermen tijdens de normale brandbestrijding, inclusief zoek- en reddingsacties.
Deze handschoenen zijn niet bedoeld voor doelmatig gebruik van vloeibare chemische producten, maar bieden alleen enige bescherming tegen aanraking met chemicaliën. Beschermende handschoenen voor speciale operaties binnen de brandweer zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van deze norm.

EN 60903 - Handschoenen van geïsoleerd materiaal


De  norm EN 60903 bevat alle eisen voor een efficiënte bescherming tegen elektrische stroomen refereert niet naar andere handschoenennormen, zoals EN 388 of EN 374.
Voor handschoenen van geïsoleerd materiaal worden regelmatige controles voorgeschreven.
De handschoenen dienen te worden gecontroleerd, als de vorige elektrische keuring langer dan 6 maanden geleden is.
Klasse 00 en 0 controle op luchtgaten en visuele controle volstaat
Klasse 1 t/m 4 controle op luchtgaten, visuele controle en elektrische keuring
De handschoenen moeten afzonderlijk verpakt zijn. De verpakking moet voldoende sterk zijn, om de handschoen te beschermen tegen beschadiging en zonlicht.

EN 1149 - antistatische eigenschappen

Deze norm bepaalt de voorschriften en testmethodes voor materialen die gebruikt worden voor de productie van elektrostatisch dissiperende beschermingskleding (handschoenen) om elektrostatische ontladingen te voorkomen.


EC Voedingsrichtlijn

De hoofdrichtlijn EC/1935/2004 legt algemene regulaties vast voor alle plastic materialen die bedoeld zijn om in contact te komen met voedingsmiddelen. Het bepaalt dat bij normaal gebruik de materialen die gebruikt worden niet in hoeveelheden in de voedingswaren komen die waarschijnlijk een gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid. De handschoenen die geautoriseerd zijn voor contact met voeding moeten dit food-pictogram hebben.

Tricot manchet
Een tricot manchet is ontworpen om de handschoen op zijn plek te houden en tegen het binnenvallen van deeltjes te beschermen.

Veiligheidsmanchet
Veiligheidsmanchetten zijn ontworpen om de handschoen te verlengen en zodoende de pols te beschermen. Deze veiligheidsmanchetten zijn gewoonlijk 7 cm lang.

Kap
Handschoenen met een kap zijn langer als handschoenen met een veiligheidsmanchet. Ze beschermen dus beter en de pols behoudt zijn bewegingsvrijheid. Handschoenen met een kap zijn gewoonlijk 10 cm lang.

Slip-On
Slip-Ons zijn ontwikkelt om de handschoen makkelijk aan- en uit te trekken met naadloze aanhechting.

Gerold boord
Een gerolde boord verhindert dat de handschoen naar beneden zou rollen en verhoogt dus de bescherming van de hand. Ook biedt het een grotere bescherming tegen vloeistofdruppeltjes.

Recht
Handschoenen met een recht manchet beschermen de onderarm over een grotere lengte tegen aflopende vloeistoffen.